Het landschap van de Aveyron en Lozère
Na de prachtige tocht die ik een dag eerder beleefde stond er opnieuw iets bijzonders op het programma: Gieren spotten en als bonus 25 bisons!
Gelukkig was het weer goed. Het is in de Tarn over het algemeen goed weer. Het kan er ‘s-zomers wel warm worden maar deze dag straalde het zonnetje, waaide er een lekker windje en zou het ongeveer 26 graden worden.
Eerst maar eens een lekker ontbijtje op de camping Val de Cantobre die qua ligging voor dit deel van de reis perfect lag. Het is tegenwoordig een moderne camping met stacaravans, chalets en plaatsen voor je eigen tent, caravan of camper. Deze terrasvormige camping heeft leuke zwembaden dus als het eens erg warm wordt kun je een verkoelende duik nemen.
De bijzondere Grand Causses
De streek ten oosten van Rodez en ten Zuiden van Mende heeft een natuur die je nergens anders in Frankrijk zult aantreffen. Grote delen van de streek zijn dunbevolkt maar de toeristische gebieden zoals bij Millau en de Gorges van de Tarn zijn in het hoofdseizoen drukbezocht.
Dat veel mensen er naar toe gaan is niet zo verwonderlijk en ik zal je eerst wat meer vertellen over deze fraaie streek waar je veel meer kunt doen dan kanoën en zwemmen in de rivier de Tarn 🙂
De départementen Aveyron en Lozère omvatten het grootste deel van deze indrukwekkende hoogvlaktes. Een streek met een ruige natuur waar rivieren diepe engten in het landschap hebben geslepen.
Een van de meest bekende rivieren is in dit gebied de Tarn. De Gorges du Tarn staan ook wel bekend als een van de mooiste natuurwonderen van Frankrijk. In het hoogseizoen is het er heel druk. Als je in de gelegenheid bent om buiten het hoogseizoen te gaan dan tref je een betrekkelijke rust en een fantastische natuur aan in het Parc régional naturel des Grands Causses
De Grands Causse zijn ruig en dunbevolkt. Een gebied waar de natuurliefhebber volop aan zijn trekken komt. Op een oppervlakte van 327.070 ha wonen ongeveer 68,000 mensen.
Het is dus een dunbevolkt gebied waar overigens nog veel tradities in ere worden gehouden zoals bijvoorbeeld de transhumance waarmee elke zomer de schapen nog te voet naar de hellingen van de Mont Lozère worden gebracht.
De Causses en Cevennen behoren tot het werelderfgoed van UNESCO
Hoogvlaktes met een ruige en bijzondere natuur
- Causse Sauveterre die grofweg tussen de rivieren de Tarn en de Lot ligt. Het is een gebied dat nog enigszins voor de landbouw geschikt is.
- Causse Méjan is ruig, woest en het hoogst gelegen deel van de Grand Causses. De hoogste toppen liggen op ca 1250 meter en het kenmerkt zich door indrukwekkende rotsformaties die uit de verte op ruïnes van oude gebouwen lijken maar puur door erosie zijn gevormd.
- Causse Noir is de kleinste en ligt ongeveer tussen de rivieren de Jonte en de Dourbie. Het is vooral een ruig gebied waar je prachtige, maar soms lastige wandelingen kunt maken. Causse Noir dankt zijn naam aan een oud donker woud dat er niet meer is. Bij de rivier de Dourbie tussen Millau en Cantobre ligt de Chaos de Montpellier-le-Vieux een van de meest indrukwekkende rochers ruïniformes. Causse Noir is mijn favoriet omdat deze zo puur is.
- Causse de Larzac is de grootste met een oppervlakte van ruim 1000 vierkante kilometer. Het ligt ten zuiden van de rivier de Dourbie.
Zoals ik al schreef kan het op deze hoogvlaktes in de zomer behoorlijk heet worden.
Er liggen ook streken die je doen denken aan de prairies uit de westernfilms. Het is dan ook niet vreemd dat er een gebied is waar men Amerikaanse bizons fokt. Talloze roofvogels, bijzondere planten en vooral ook grotten (lekker als het warm is) zullen je bezoek veraangenamen.
Kanovaren op de vele rivieren is uiteraard ook mogelijk. Je zit hier trouwens aan de rand van de 3 départementen Lozère en Gard (Languedoc Rousillon) en l’Aveyron (Midi Pyrénées).
Als je in dit gebied met de auto op pad gaat dan adviseren wij om niet zonder een volle tank weg te gaan. De afstanden zijn fors en het is een dunbevolkt gebied. Tankstations kom je niet in elk plaatsje tegen.
Gorges de Trévezel en bisons
Vandaag trek ik er met de auto op uit om via de Gorges de la Jonte naar Le Truel te gaan.
Het is de plaats waar jaren geleden gieren in het wild zijn uitgezet. Buiten de Sierra Nevada in Spanje is het de enige plek in Europa waar gieren in het wild voorkomen.
Via Cantobre ga ik over de kronkelende D145 en D157 door de Gorges de Trévezel naar het ca 9 km verderop gelegen Trèves. Het blijft bij elke bocht weer een unieke ervaring met prachtige uitzichten, de woeste rotsen en de diepe afgronden.
Op afgelegen plekken ligt een huis of een gehucht waarvan je je afvraagt waarom het juist op die plaats ligt. Een enkele boer is bij zijn huis aan het werk. Opvallend zijn de typische daken van gestapelde stenen en in de meeste gehuchtjes is altijd wel een kerkje, een kapel, of iets dat er op lijkt, te vinden.
Vanaf Trévers ga ik links de D47 op richting Lanuéjols. Een bochtige klim over een smalle weg. Opnieuw langs diepe afgronden en stijgend tot ongeveer 950 meter. Het is overigens goed te rijden zolang je maar oplet en niet te hard gaat.
Door de mooie omgeving neem je trouwens vanzelf gas terug!
Even goed opletten en dan afslaan naar de D159 richting Revens. Bij Le Randal stop ik omdat er in de buurt een ranch moet zijn waar een kudde bizons in de natuur rondloopt. In de verte zie ik inderdaad ongeveer 25 bisons in draf over het terrein rennen.
Door omwonenden was mij verteld dat dit de enige kudde bizons in Europa is. De dieren zijn geïmporteerd uit Amerika en worden nu op deze ranch gefokt. Gelukkig kun je via internet snel achterhalen wat de ranch inhoudt.
Bij Randal Bizon kun je in de zomermaanden een 1 uur durende show bijwonen. Je krijgt dan te zien hoe een kudde bizons bijeen wordt gedreven en gevangen wordt. Je kunt verder met een 4×4 of per paard de ranch verkennen en bisons spotten op het 700 ha grote terrein.
Wandelgebied bij de Corniche du Causse Noir
Via de D159 rij ik weer terug naar Lanuéjols.
Lanuéjols is een gehucht met een paar honderd inwoners maar toch heeft het 2 bijzondere monumenten die het waard zijn om even uit te stappen: Een romaans kerkje en een mausoleum uit de Romeinse tijd dat wonderbaarlijk in takt is gebleven. Vlak voor Lanuéjols kun je naar de D28. Je rijdt er opnieuw een spannend landschap in.
Op een gegeven moment kom je bij het dorpje La Roujarie dat vlak voor de 893 meter hoge Corniche du Causse Noir ligt. Je kunt daar naar toe wandelen waar je een prachtig uitzicht over de Gorges de la Jonte hebt. Met een beetje geluk kun je hier al de indrukwekkende gieren zien die in vlucht een spanwijdte heeft van ruim 2 meter!
Het vervolg van deze prachtige tocht vind je hier. Wil je weten wat hier aan vooraf ging? Lees dan dit verhaal.
Wil je meer weten over deze fraaie omgeving? Lees dan deze tips: