Kastelen bij de Loire

Château de Chambord (Kasteel Chambord)

Het voormalige jachtkasteel van Chambord is het grootste kasteel bij de Loire. Het kasteel ligt overigens niet aan de Loire maar een beetje landinwaarts. Het is al overweldigend als je ervoor staat, maar als je het gaat bezichtigen weet je al helemaal niet wat je overkomt. Met zijn 440 zalen en voor elke dag een open haard en schoorsteen is het echt imposant! Ik bezocht Chambord voor het eerst in 1999, toen het helemaal gerenoveerd was en het vanbuiten prachtig in een zandgele kleur stond te schitteren.

Voor een bezichtiging van het kasteel moet je zeker de tijd uittrekken, want dat is echt de moeite waard, en als je eenmaal binnen bent moet je absoluut de trap op lopen. Dit is een dubbele wenteltrap die vermoedelijk door Leonardo da Vinci is ontworpen. Het bijzondere is dat je deze trap op en af kunt lopen zonder elkaar tegen te komen. Probeer het maar eens uit als je er bent. Ga ook zeker naar de terrassen op het dak. Daar heb je tussen alle schoorstenen een fenomenaal uitzicht op het park en de omgeving

Château Royal de Blois (kasteel van Blois)

Niet alleen de omgeving van Blois is mooi, ook de stad zelf is zeer geschikt voor een bezoek. Blois heeft een rijke historie. Dat zie je al direct aan het fraaie Château Royal de Blois, waar maar liefst zeven koningen en tien koninginnen hebben gewoond. Blois valt wat dat betreft met recht een koninklijke stad te noemen en het kasteel is absoluut een bezoek waard, al is het maar vanwege de heel bijzondere trap die je er kunt vinden. De ligging is ook mooi en op het plein ervoor heb je een fraai uitzicht over de Loire. 

Kasteel van Villesavin

Degene die dit renaissancepaleis liet bouwen en het als eerste betrok was Jean le Breton, Seigneur de Villandry, een titel die hij kreeg omdat hij ook eigenaar en bewoner van het prachtige Château de Villandry was, dat verderop bij de Loire ligt. Le Breton was tevens de hoofdinspecteur van het vlakbij gelegen Château de Chambord, én de financiële secretaris van koning Frans I. Het kasteel werd in 1937 gekocht door de familie De Sparre, die nog steeds de eigenaar is. Sinds 1928 is het kasteel beschermd erfgoed en een monument historique. Er is nu een museum in gevestigd en er worden in het seizoen tal van activiteiten georganiseerd in en rond het kasteel die ook leuk voor kinderen zijn. (Lees vooral de expertinterviews in het boek LOIRE).

Kasteel van Cheverny

Dit kasteel stamt uit de zeventiende eeuw en hoewel het privébezit is kun je het toch bezoeken, en dat is echt een aanrader. De hoogtepunten van Château de Cheverny zijn een expositie over de stripheld Kuifje en de kennel met jachthonden die op het terrein te vinden is. Een hoogtepunt is het voeren van de jachthonden in de namiddag. Ze zijn heel gedisciplineerd en wachten met z’n allen tot ze het sein krijgen dat ze mogen gaan eten. Dan ontstaat er naast een hels lawaai een krioelende massa van honden die over elkaar heen buitelen om als eerste bij het voer te zijn. Erg bijzonder om eens te zien. Of het allemaal heel diervriendelijk is, is natuurlijk wel de vraag. In elk geval is het een langlopende traditie en je kunt het met eigen ogen aanschouwen.

Kasteel van Chenonceau

Het Château de Chenonceau ligt circa 40 kilometer van Cheverny en je rijdt ernaartoe over de D764. Dit unieke kasteel is gebouwd over de rivier de Cher, die verderop in de Loire uitmondt, en als je het kasteel voor het eerst ziet zal het gegarandeerd indruk op je maken. Wat mij altijd is bijgebleven is de magistrale keuken, die in de twee brugpijlers is ondergebracht.

Maar ook de rest van Chenonceau is het bekijken waard en het loont om je even onder te dompelen in de geschiedenis van deze plek. Neem dus de tijd om dit kasteel te bezoeken en verplaats je in de wereld van de vorsten en edelen die hier verbleven. Vanuit de fraai aangelegde tuinen heb je een mooi uitzicht op het kasteel en de rivier en als je van een doolhof houdt kun je ‘verdwalen’ in het labyrint, waar vijf ingangen tot twee uitgangen leiden – ook een leuke bezigheid als je met kinderen reist. Trouwens in het expertinterview in mijn boek, met Loire-expert Jeroen Sweijen, lees je een fantastische tip om dit fraaie kasteel tijdens zonsondergang te bekijken en er van te genieten.

Château d'Amboise

Het Château d’Amboise ligt bij de Loire, dus als je naar de rivier rijdt kom je vanzelf bij het kasteel. Je kunt kijken of je een parkeerplaats kunt vinden naast de brug over de Loire, dan kun je te voet naar het kasteel. Zelf vind ik het kasteel van Amboise het mooist als je het van de overkant van de Loire bekijkt, dus als je een leuke foto wilt maken raad ik je aan om de brug over te steken. Wat dit kasteel trouwens bijzonder maakt, is dat Leonardo da Vinci er een paar jaar gewoond heeft. In de oude kapel uit 1491 ligt een graf met resten die vermoedelijk van de Italiaanse uitvinder zijn.

Als je meer over zijn uitvindingen wilt weten is het een goed idee om naar het iets verder gelegen Château du Clos-Lucé te gaan. In het park van dit kasteel staan enorme machines die gebaseerd zijn op de uitvindingen van Da Vinci. Het is vooral een leuke plek om met kinderen naartoe te gaan want de machines zijn op ware grootte nagebouwd en werken echt. Maar ook voor volwassen kinderen is het een echte ontdek- en speelplaats. 

Château de Villandry

Het kasteel van Villandry stamt uit 1536 en is een van de laatste renaissance kastelen die aan de Loire gebouwd werden. Jean le Breton liet het kasteel bouwen. Hij was minister van Financiën onder Frans I en hield onder meer toezicht op de bouw van het fameuze kasteel van Chambord. In 1906 werd Château de Villandry eigendom van de Spaanse dokter Joachim Carvallo. Hij kocht het omdat het gesloopt dreigde te worden en besloot zijn wetenschappelijke loopbaan in Parijs stop te zetten om zich volledig toe te kunnen leggen op het redden van Villandry. Hij begon met de restauratie en liet de tuinen rond het kasteel opnieuw aanleggen.

Villandry is nog steeds eigendom van de familie Carvallo en Joachim Carvallo’s erfgenamen hebben ervoor gezorgd dat zowel het gebouw als de tuinen voor publiek toegankelijk zijn. In welke kamer je ook komt, er staan altijd prachtige boeketten en familiefoto’s, en het kasteel ademt nog steeds de sfeer die Jean le Breton in 1532 voor ogen moet hebben gehad. Trek er een paar uur voor uit om dit kasteel te ontdekken en de mooie tuinen te bezoeken. De keuken met alle potten en pannen is zeer de moeite waard, en de fraaie eetzaal met de gedekte tafel nodigt bijna uit om aan te schuiven en te wachten tot de koks met al het lekkers naar binnen komen.

Kasteel van Angers

Het Château d'Angers ligt aan de rivier en de torens steken hoog boven de stad uit. Samen met de imposante kathedraal bepaalt het kasteel de skyline van de stad. Ben je voor het eerst in Angers? Dan is een bezoek aan het kasteel eigenlijk een must. Ook als je niet van kastelen houdt, kan ik je aanraden om ernaartoe te gaan. De eerste keer dat ik oog in oog stond met de indrukwekkende muren en torens van het Château d’Angers was ik onder de indruk. Kies je er inderdaad voor om het kasteel vanbinnen te bekijken, dan is mijn gouden tip om aan het eind van je bezoek via de trapjes de grote donjon op te gaan aan de kant van de rivier. Je hebt hier een fantastisch uitzicht over de stad en de omgeving.

Wat je ook niet moet missen in het kasteel is het Wandtapijt van de Apocalyps. Dit tapijt verbeeldt het verhaal van de visioenen van Johannes. Er werd maar liefst zeven jaar aan gewerkt voor het in 1380 werd afgeleverd en het is het grootste wandtapijt ter wereld. De huidige lengte is ongeveer 100 meter en het hangt in een ruimte in het kasteel die speciaal voor het tapijt gebouwd is. Je mag er helaas niet fotograferen, maar dat mag de pret niet drukken. Ik verzeker je dat je onder de indruk zult zijn als je het tapijt ziet. Zelf ben ik niet zo’n museummens, maar de eerste keer dat ik dit kunstwerk zag werd ik totaal overdonderd. Minutenlang heb ik er verbaasd tegenover op een bank gezeten om het in mij op te nemen. Ben je in Angers, sla dan dit wandtapijt zeker niet over.