Wandelen tussen Fort la Latte en Cap-Fréhel
Fort La Latte ligt in het noorden van Bretagne niet ver van Saint-Malo en Dinan.
Om precies te zijn vind je deze burcht tussen het plaatsje Saint-Cast-le-Guildo en Cap-Fréhel. Al in 1340 werd begonnen met de bouw van dit fraaie kasteel en in het begin van de vorige eeuw werd het volledig gerestaureerd. Toen ik er eens in de buurt was werd mij verteld dat je vanaf de Pointe-de-St-Cast bij het fort een fantastisch uitzicht had en dat je in de omgeving heerlijk kon wandelen.
Ik verbleef bij het badplaatsje Saint-Cast-le-Guildo en via het dorpje Matignon kun je dan over de D 786 naar Port-à-la-Duc. Deze weg loopt prachtig langs de de Baie-de-la-Fresnaye. Als het water er bij eb is weggetrokken zie je een grote zandmassa. Het riviertje Le Frémur is dan nog slechts een onbeduidend stroompje. In de verte kun je de palen van de mosselbanken zien waar de vissers met laag water met hun tractoren rijden om de vangst binnen te halen. Maar of het woord “visser” hier van toepassing is is de vraag want de mosselen worden “geoogst” als er in de verre omtrek geen water meer is te bekennen. Je kunt overal in de omgeving verse mosselen kopen zoals net over de brug bij Port-à-la-Duc.
Bij het plaatsje St-Aide kun je rechtsaf de D16 op. Hier staat Cap-Fréhel aangeven maar daar moet je (nog) niet naar toe gaan. Bij Le Gros Moulin splitst de weg zich namelijk en kun je via de D16a door een vlak landschap op circa 60 meter boven de zee. Op een gegeven moment staat Fort La Latte aangegeven en kun je vlak voor een bos de auto parkeren.
Via een beschermd natuurgebied naar Pointe de la Latte
Als je door de poort richting het Fort loopt moet je even goed opletten.
Je komt namelijk in een beschermd natuurgebied waar je alleen mag wandelen. Mountainbiken, paardrijden, picknicken... het is er allemaal niet toegestaan. Als je door het bos loopt kom je op een gegeven moment bij een plek waar een soort menhir staat. Het ding is smal en wijst als een vinger omhoog. De menhir wordt trouwens “Doigt de Gargantua” genoemd, ofwel de vinger van Gargantua. De legende vertelt dat de reus Gargantua hier op zijn wandelstok leunde terwijl hij zei “Zolang de wereld blijft, blijft deze hier staan”.
Je hebt hier al een mooi uitzicht op de baai en in de verte kun je fort La Latte al zien liggen. Als je dan het pad blijft volgen daal je langzaam maar zeker af en zie je Fort la Latte in al zijn woestheid liggen, strategisch op een kaap... Pointe de la Latte. In de 20e eeuw werd het Fort fraai gerestaureerd. Het is ook te bezichtigen en daarvoor moet je via ophaalbruggen een kloof tussen het fort en het vaste land oversteken om uiteindelijk via de zware poort naar binnen te gaan.
Vanaf de weergang heb je een schitterend uitzicht op de omgeving en zie je in de verte Le Cap-Fréhel liggen. Je waant je er even in de middeleeuwen en misschien zie je in gedachten de Engelse oorlogsschepen al die een vernietigend vuur vanuit het Fort over zich heen krijgen. In het kasteel is ook nog een oven te zien waarin de kanonskogels werden verhit. Vergeet niet de toren te beklimmen voor een fenomenaal uitzicht!
Een smal maar onvergetelijk wandelpad
Vlakbij het Fort staan wat paaltjes met wandelroutes en ik koos de richting Cap Fréhel omdat ik in Saint-Cast-le-Guildo had gehoord dat het een prachtige wandeling is mits het niet stormt. De wandeling gaat over een Sentier des Douaniers. Het was volgens het bordje ongeveer 1,5 uur. naar Cap Fréhel. Een tocht die achteraf fantastisch was en als ik in de buurt ben zal ik het zeker weer gaan doen.
Het weer was redelijk, Bretons zal ik maar zeggen. Zon, dan weer bewolkt, droog en dan weer een bui(tje). Het pad volgt de GR 34 en het loopt werkelijk prachtig boven op de rotsen. Goede stevige schoenen zijn wel aan te raden want er zitten een paar lastige stukken in die bij regen spekglad kunnen zijn. ik raakte al snel onder de indruk van het grillige landschap dat zich ontvouwde. Soms loopt het pad vlak langs de afgrond en zie je de woeste zee ca 70 meter lager tegen de rotsen beuken.
Wandeling langs de Côte-d’Émeraude
Als de zon op het water schijnt is het bijna smaragdgroen. Dan begrijp je ook meteen waarom de kust hier Côte-d’Émeraude wordt genoemd. Je kunt ook heel mooi de kleurverschillen zien van diep en ondiep. Vogels duiken soms het water in om een vis te verschalken. In de verte zag ik nietige bootjes met vissers hetzelfde doen. Je komt op een gegeven moment bij een rotspartij Pointe-de-la-Pie. Het pad is tot hier redelijk goed begaanbaar hoewel bij een stevige wind ik hier niet graag zouden wandelen. De rotsen zijn er steil en grijs. Soms daalt het pad en dan weer stijgt het. Het is in deze prachtige natuur volop genieten. Af en toe kwam ik iemand tegen en werd er vriendelijk gegroet.
De natuur is er immens, de zee, de rotsen, de planten en de op de wind dansende vogels maken het tot een onvergetelijke ervaring. Vergeet vooral niet af en toe achterom te kijken. Je ziet dan Fort La Latte magistraal op de rotsen liggen maar bij elke stap wordt het kleiner en kleiner. Het pad wordt naar mate je verder van het Fort komt wat lastiger en als je bij een bos met dennenbomen komt verbaas je er dan net als ik er over hoe op deze rotskust tussen het pad en de zee nog bomen kunnen groeien. Hierna komt er een lastig stuk omhoog. Het had net weer een beetje geregend en was behoorlijk glibberig. Je kunt het beter opklauteren dan naar beneden gaan zoals een Engels echtpaar ondervond dat mij tegemoet kwam. Ik ging even opzij om ze veilig af te laten dalen.
Anse des Sévignés en Rocher de la Fauconnière
De vuurtoren van Cap-Fréhel komt steeds dichterbij. Op een gegeven moment zie ik twee kleine vissersbootjes liggen in een baai met een grote rotspartij. Hier begint ook de omgeving te veranderen. De rotsen krijgen een roze kleur en de begroeiing is groen met vooral varens en veel andere planten. Dit stuk heet volgens de wandelkaart Le Petit Val en biedt een schitterend uitzicht op de Anse des Sévignés. Ik kan je aanraden om hier even op een rotsblok te gaan zitten en van het uitzicht te genieten. Inmiddels was het weer droog en zodra het zonnetje achter een wolk vandaan kwam veranderde de omgeving en de kleur van het water.
Het pad loopt hier een stukje landinwaarts en omlaag naar een vochtig gebied. Je loopt er een stuk over een houten vlonder met links en rechts manshoge varens. Als je vervolgens weer omhoog geklauterd bent verandert de wereld opnieuw.
En rots vol met vogels en wit van de vogelpoep
Ik wandelde er half juni en dan is de heide dieppaars gekleurd. Een schitterend gezicht, vooral met de talloze planten met gele bloemen en doornen. Het zijn de voor dit gebied unieke gaspeldoorns. Samen met de heide ontvouwt zich een prachtig landschap in combinatie met een blauwgroene zee. In de verte passeerde een zeilboot. Het was inmiddels zonnig en gelijk begon het aangenaam warm te worden. Even later is het weer gedaan met de pret en begint het te regenen en werd het fris. Zonder jas op pad gaan is hier dus geen slim idee en een paraplu is zinloos want de wind komt vaak uit onverwachte hoek om de rotsen waaien. Dus een winddicht regenjack en diverse laagjes zodat je iets kunt uittrekken is een prima idee.
Iets verder kom je bij de Pointe de Château Renard en het Réserve Ornithologique Naturelle du Cap Fréhel. De rotsen veranderen hier in voornamelijk een roodachtige kleur. De kleur van het water wijzigt met de minuut onder invloed van zon en wolken. Het is een fascinerend schouwspel. Je komt dan vlakbij de vuurtoren die als belangrijk baken voor de scheepvaart dient en heb je de punt van Cap Fréhel bereikt.
Vergeet je verrekijker niet!
Je ziet er twee rare rotsen die in de zee liggen die barstensvol met vogels zitten. Het zijn de zogenaamde Rocher de la Fauconnière. Een zwarte punt die aan één kant bijna helemaal wit van de vogelpoep is. Kuifaalscholvers vliegen er af en aan en duiken het water in op zoek naar een vis. Op de andere rots zitten voornamelijk zeemeeuwen. Als je goed kijkt zie je in juni ook talloze jongen. In hun grijze donskleed zijn ze nauwelijks van de achtergrond te onderscheiden. Een verrekijker komt nu goed van pas maar is tijdens de hele wandeling eigenlijk onontbeerlijk.
Iets verderop ligt een restaurant/bar met een prachtig uitzicht op de rotsen en de zee. De menukaart is beperkt maar biedt toch een paar leuke menu’s. Een etentje moet hier ‘s-avonds onvergetelijk zijn. De ambiance binnen is niet super maar het uitzicht op bijvoorbeeld een mooie zonsondergang tijdens het diner moet indrukwekkend zijn.
In het hoogseizoen zal het hier wel erg druk zijn. Je kunt er via de D16 met de auto komen, alleen het laatste stukje moet te voet worden afgelegd.
Les Fontaines
De wandeling van Fort La Latte naar Cap Fréhel vond ik veel aantrekkelijker dan met de auto naar Cap-Fréhel te rijden. Hoewel volgens de bordjes de tocht te voet ongeveer 1,5 uur duurt deed ik er iets meer dan twee uur over en dat was zonder bezichtiging van Fort la Latte. Maar ik nam dan ook ruimschoots de tijd om van de mooie omgeving te genieten en foto’s te maken. Denk er wel aan dat je ook weer terug moet dus een uurtje of vier à vijf moet je er zeker voor uittrekken. Maar dan heb je ook een onvergetelijke dag in Bretagne!
Soms zijn de rotsen adembenemend, vooral op het moment dat ik aan de rand van het wandelpad een overhangende gaspeldoorn zag met het schitterende smaragdgroene water er onder. De enige manier was om vlak op de rand te gaan hurken en het plaatje te schieten. Marian had het niet meer maar de foto was geslaagd!
Deze omgeving is puur genieten. De heide, de gele gaspeldoorn, de zee, de vogels die op de wind dansen of naar beneden het water indoken... ik kon er geen genoeg van krijgen. Na een tijdje bij Cap-Fréhel te hebben rondgekeken besloot ik om praktisch dezelfde weg weer terug te gaan. Het eerste stuk gaat over een beschermd deel van de heide tot je bij Les Fontaines komt. Dat is het punt waar je op de heenweg bij het dennenbos steil omhoog gaat.
Ik had echter op de kaart gezien dat je op de terugweg dit steile stuk kunt mijden door voor het dennenbos rechtsaf te gaan. Als je dat pad volgt en het bos links van je houdt hoef je niet de steile afdaling te maken. Na een paar honderd meter zie je dan een weg. Het is de D16 en daar kun je linksaf tot je aan je linkerhand een veldweg ziet. Als je daar ingaat loop je door het gehucht la Latte waar een paar leuke huizen staan. Even later kom je dan bij de parkeerplaats waar de auto staat.
De meeste indruk heeft de verscheidenheid van kleuren op mij gemaakt die je tijdens deze wandeling kunt zien. Het water is soms diep turqoise en even later lichtblauw. Of de paarse heide en de felgele gaspeldoorn. Het groen op de kliffen of de fel in de zon oplichtende strandjes. Kortom... fantastisch!
Mooie beschrijving, ben fan van Bretagne, zoek mooie meerdaagse motortrips. Doe zeker de wandeling(en)!
Beste Ruud & Marian, Ik ben daar ook geweest nu een 15 jaar geleden als buschauffeur en heb toen ook genoten van die prachtige natuur bij Cap Fréhel & Fort La Latte!