Als je in de vallei van de Loire bent dan is het een tof idee om eens wat landinwaarts te gaan naar de vallei van de Loir. Een riviertje dat noordelijker ligt en aan dat riviertje ligt een bijzondere plaats. Zeg maar gerust een dorpje en dat is Trôo. Waarom dit zo bijzonder is daar kom je achter als je verder leest of luistert...

Een schattig dorpje vol verrassingen: Trôo
Trôo staat bekend om zijn authentieke grotwoningen en daar was ik heel nieuwsgierig naar.
Het best kun je er parkeren op de kleine openbare parking voor het hotel-restaurant Le Petit Trôo du Cheval Blanc, dat vlak bij de brug over de Loir ligt. Heb je een elektrische auto? Er zijn ook een paar laadpunten op de parking. Het hotel met restaurant is al meer dan twintig jaar een heel goed adres. Het is een Logishotel met een goed restaurant. Een combinatie waar ik gek op ben. Maar ook als je er niet wilt slapen is het een prima adres. Bijvoorbeeld voor een heerlijke lunch en na die de lunch kun je dan de benen strekken en Trôo gaan verkennen.
Wandelen in Trôo
Dat kun je het best doen door middel van een wandeling met een paar flinke klimmetjes. Je komt over smalle paden, soms onverhard, die de grotwoningen van Trôo met elkaar verbinden. Zorg voor makkelijke wandelschoenen en je zult een bijzondere ervaring opdoen tijdens deze wandeling. Je klimt eerst naar La Butte en passeert dan meteen al verschillende oude rotswoningen die nog steeds bewoond zijn. Als je boven op de heuvel bent kun je genieten van een schitterend uitzicht over het dal van ‘le Loir’. Ben je niet bij Le Petit Trôo du Cheval Blanc geweest maar heb je zelf een lunch of een picknick klaargemaakt? Dan is dit een wereldplek om ervan te genieten.
De drie niveaus van Trôo
Volgens de overlevering zou Trôo in de Romeinse tijd al een strategische plaats zijn geweest op de route van Tours naar Parijs. In de latere geschiedenis was het plaatsje het strijdtoneel van heftige oorlogen en twisten tussen de Fransen en de Engelsen. Toen de rust in de streek was teruggekeerd bleek Trôo vooral aantrekkelijk te zijn voor kunstenaars. Deze zorgden ervoor dat het leven in het dorpje de laatste dertig jaar een stuk relaxter werd. Trôo is waarschijnlijk een van de weinige plaatsen in Frankrijk waar zoveel grotwoningen bij elkaar liggen die nog bewoond zijn. De grotten zijn ruim en vooral goed verlicht. Dat komt ook door de ligging in de rotswand, die je al van verre kunt zien.
Dit zijn de drie niveaus:

Wandeling langs de grotwoningen van Trôo
Een bezoek aan Trôo is absoluut de moeite waard, maar als je deze wandeling wilt maken, denk er dan aan dat je als het warm het best ’s morgens vroeg of in de late namiddag kunt gaan. De wandeling kan vooral in het begin pittig zijn, omdat je dan het grootste hoogteverschil moet overwinnen. Als je alles wilt zien moet je er ongeveer drie uur voor uittrekken. De afstand van de wandeling valt wel mee – die is maar een kilometer of drie –, maar door het geklauter duurt het wat langer dan normaal en er valt het nodige te zien.
Als je de auto bij restaurant Le Petit Trôo du Cheval Blanc geparkeerd hebt, kun je rechts van het restaurant een trap op. Deze brengt je naar de grotwoningen, die caforts worden genoemd. Dit is afgeleid van ‘cave’ (kelder) en ‘fort’ (sterk). Je komt eerst op een steil pad dat langs boomgaarden, grotwoningen en een expositieruimte loopt. Hier kun je natuurlijk even naar binnen gaan om meer over het dorp en de geschiedenis van de grotten te weten te komen. Daarna kun je de heuvel verder beklimmen. Neem vervolgens het eerste pad rechts.
Genieten van het uitzicht op La Butte
Aan je linkerkant liggen dan diverse mooie grotwoningen die nog steeds bewoond zijn. Op een gegeven moment splitst het pad zich. Houd dan links aan en loop verder over het onverharde deel. Als het pad op een verharde weg uitkomt, ga je opnieuw linksaf en loop je richting de kerk. Als je gedaan hebt wat ik zojuist hebt beschreven sta je op La Butte, en als het goed is zie je dan ergens een bordje met daarop het woord ‘panorama’. Als je die richting op gaat, staat je een fantastisch uitzicht over de Loir en de vallei te wachten.
La Collégiale Saint-Martin, het kerkje boven op de heuvel, stamt uit de elfde eeuw en ademt de sfeer van de omgeving. Het werd in de twaalfde eeuw grondig verbouwd en het resultaat is een mengeling van de oorspronkelijke Romaanse stijl en de gotische stijl van de Anjou. Mocht je buikpijn hebben gekregen van de wandeling, ga dan zeker even naar binnen, want in de kerk staat een beeld van Sint-Mammès dat vereerd wordt omdat het buikklachten zou verhelpen.

De pratende put van Trôo: Le Puits qui Parle.
Als je de kerk hebt bezocht kun je op zoek gaan naar een waterput met de naam Le Puits qui Parle. Vervolg de wandeling tot aan de oude vervallen muur. Als je dan rechts afslaat zie je ‘De put die praat’ links van de weg liggen. Deze bijzondere put is wel 50 meter diep. Als je hem voor het eerst ziet denk je misschien: is dat alles? Maar als je er een paar woorden in zegt (niet te hard), dan is het verbluffend om te horen wat voor perfecte echo er terugkomt.
Zeg bijvoorbeeld maar eens ‘De groetjes van Frankrijk Binnendoor’. Het is dan net alsof er iemand op de bodem zit die je namens mij de groeten doet in vloeiend Nederlands of Vlaams. Roep je iets in het Frans? Het Engels? Het Duits? of wat voor een taal dan ook? Deze meertalige put roept het foutloos terug.
Volgens een van de legendes over de put werd er in de vijftiende eeuw een man in gegooid en zorgt zijn geest ervoor dat hij alles napraat wat wordt gezegd. Loop langs de put de straat uit en ga rechtsaf. Neem een meter of twintig voor de kerk het voetpad. Iets verderop kan je nog een paar grotwoningen zien liggen. Ten slotte kom je op een verharde weg die weer naar het benedendorp voert.
De laatste verrassing van Trôo
Als je bij het gemeentehuis bent, ga dan nog even rechtsaf de Rue Auguste Arnault in, want iets verder in deze straat ligt de laatste bijzonderheid van Trôo. Aan de rechterkant zie je op een gegeven moment La Grotte Pétrifante. Dit is een grot uit de vierde eeuw die in de achtertuin van een pand ligt. Er zijn heel mooie stalactieten te zien, maar er zijn ook minder leuke dingen gebeurd. De Engelsen bezaten de grot in de twaalfde eeuw en vanaf de zestiende eeuw werden er binnen religieuze verbrandingen gehouden. Nu kun je er gelukkig (tegen een kleine vergoeding) veilig naar binnen.
Wij logeerden in een heerlijke vakantiewoning in een grot in de buurt van Chinon.Fantastisch!