Dit verhaal gaat over een wandeling in misschien wel het mooiste natuurgebied van Frankrijk: de Mercantour. Nu door Covid19 mijn actuele belevenissen in Frankrijk nul komma nul zijn leek het mij wel leuk om wat verhalen te schrijven over leuke ervaringen in het verleden. Zoals een wandeling naar refuge de la Cougourde midden in ruige Mercantour.....
Op avontuur bij Saint-Martin-de-Vésubie
Dit verhaal is een herinnering aan een verblijf in Saint-Martin-Vésubie in het hart van de Mercantour waar ik ooit een week een gîte huurde van een lokale bewoner. Hij woonde een stukje buiten het dorp en hij vertelde mij dat hij zijn huis eigenhandig had gebouwd. Met vrienden en familie had hij hoger in de bergen stenen gehakt en daarmee zijn huis gebouwd. Het was niet zo verwonderlijk dat het hem gelukt was want hij was een boom van een kerel met enorme handen. Toen hij mij bij aankomst een hand gaf was ik dagen erna nog op zoek naar de juiste stand van mijn vingers.
Maar het was een gouden vent en in het huis had hij onderin een prachtig appartement gemaakt met vrij uitzicht over het fraaie dal van de Vésubie en de omringende bergwereld. Zelf woonden zij in het chalet er bovenop. Er was ook een prachtige tuin met kersenbomen en dat hebben wij geweten want als ik met Marian een dag op pad was geweest stond er steevast voor de deur een schaal met vers geplukte kersen. Ik heb nog nooit zoveel kersen gegeten als in die week.
Het huis lag op ca 1400 meter hoogte en elke ochtend reed ik even de berg af naar het dorp dat op iets minder dan 1000 meter hoogte ligt. Als ik 's-morgens op pad ging voor vers brood was hij al in zijn tuin aan het werk. Bij terugkomst spraken we dan meestal onze belevenissen van de vorige dag. Hij gaf mij dan ook meestal tips voor de nieuwe dag als we nog geen plannen hadden. Ik heb er prachtige herinneringen aan overgehouden zoals een bijzondere wandeling naar de refuge de la Cougourde bij het Lac du Boréon in de Mercantour.
Wat ik van dit soort momenten geleerd heb is dat je altijd bij je gastheer of -vrouw moet vragen of ze leuke tips voor de omgeving hebben. Zij kennen hun streek namelijk als de besten en je ontdekt er vaak bijzondere plekjes door.
Wandelen bij het Lac du Boréon
Saint-Martin-de-Vésubie ligt midden in de woeste natuur van het Parc Mercantour. Dat klinkt heel aantrekkelijk maar het kan er ook gevaarlijk zijn. Dat hebben de inwoners van het dorp bijvoorbeeld eind vorig jaar ervaren. Tijdens noodweer kwam er een enorme hoeveelheid water door de rivier uit de hoger gelegen gebieden en werden huizen langs de rivier en het lokale museum door het langsrazende water getroffen.
Maar het is ook een heel mooi en vooral ruig natuurgebied. Er zitten gemzen, steenbokken en ook moeflons die er in 1950 zijn uitgezet. De wolf leeft er al sinds 2004 in het wild en veroverde hiervandaan de rest van Frankrijk. Om het wild te spotten reed ik naar het tien kilometer verderop gelegen Lac du Boréon, een stuwmeer dat in 1960 werd aangelegd en waar je achter de dam een mooie waterval kunt zien. Het is na de winter het domein van sportvissers maar het gebied hogerop is fantastisch om te wandelen. De bossen bevatten talloze stroompjes en watervallen, van klein tot groot die het wandelen er fascinerend maken.
Naar de refuge de la Cougourde
Onder de top van de Caïres de Cougourde (2921 mtr) ligt de in 2002 gebouwde refuge de la Cougourde op een hoogte van ca 2150 meter. Deze alpenhut is in juni nog niet altijd geopend maar als de beheerder aanwezig is kun je er een lunch of diner met stevige bergkost zoals tartiflette eten. Je moet er dan wel een stevige klim voor over hebben. Normaal wordt de berghut vooral gebruikt door bergwandelaars die langs de GR 52 dwars door de Mercantour hiken. Je moet er wel rekening mee houden dat van november tot en met mei de refuge gesloten is en je er alleen na reservering terecht kunt als er een beheerder aanwezig is.
Bij het Lac du Boréon kun je de auto bij de grote parkeerplaats van het Châlet Alpage parkeren. Je kunt ook nog verder doorrijden over de onverharde weg naar de parkeerplaats die ze hier Boréon Supérieur noemen. Waarschijnlijk omdat je dan geen meter extra hoeft te lopen voor je bij balise 420 met de wandeling start. Fransen rijden het liefst zo ver mogelijk door.
De palen met de wandelroutes zijn allemaal genummerd. Je kunt dan van nummer naar nummer lopen. Deze nummers staan ook op elke goede wandelkaart vermeld. Ik begon met Marian dus bij paal nummer 420 die ondermeer de richting Refuge de la Cougourde en Châlet Vidron aangeeft. De eigenaar van de gîte had mij aangeraden om die richting op te lopen en vooral een verrekijker mee te nemen en de fotocamera met een goede lens altijd paraat te hebben. Volgens hem was de kans hier heel groot om gemzen te spotten maar ook ander wild. Voor de wolf hoefden wij niet bang te zijn want die liet zich overdag toch zelden zien en die was volgens hem banger voor ons dan wij voor de wolf moesten zijn.
Met die wetenschap gingen wij hier op pad. Goed uitgerust met een rugzak met eten en voldoende water, goede bergschoenen en een wandelkaart op papier want reken hier niet op een goede ontvangst met je telefoon vooral niet als je dieper het gebied in trekt. Het eerste stuk van de wandeling was niet echt lastig en je loopt door het dennenbos lekker in de schaduw.
Châlet Vidron en de Cime de Juisse
Het pad lag wel bezaaid met stenen en goede schoenen met een stevig profiel zijn er dan ook echt nodig. Ik had ooit gedacht speciale bergwandelschoenen met een hoge schacht aan te schaffen. Wij zijn geen echte bergwandelaars maar een lastig pad gaan wij zeker niet uit de weg. Door een lokale sportzaak bij onze woonplaats werd geadviseerd om geen schoen met een hoge schacht te nemen omdat je hiermee ook makkelijk in niet bergachtig gebied kunt lopen. Een goed stevig profiel van de zool is wel belangrijk. Het was mij al eerder opgevallen dat de schoenen een stevige grip op de vaak ruwe ondergrond hebben die het klauteren een stuk makkelijker maakt. Mijn advies in deze: stap naar een gespecialiseerde sportzaak die je hierover het best kan informeren en vertel zo goed mogelijk wat je wandelplannen zijn.
Na een halfuurtje lopen kwamen we bij het Châlet Vidron. Het is te herkennen aan het meertje ervoor en de 2 bruggetjes. Voor je er aankomt gaat de klim langzaam omhoog over een in eerste instantie breed pad. Op een gegeven moment kom je uit het bos met rechts een ongestoord uitzicht op de berghelling van Cime de Juisse. De rotsachtige helling bestaat vooral uit losse keien. Als je bij elke volgende splitsting telkens rechts aanhoudt is een aankomst bij het Châlet Vidron gegarandeert.
Waarom tulpen uit Nederland er voor zorgden dat wij snel doorliepen
Toen ik met Marian bij het chalet aankwam stond er een groepje van vijf mensen. Een van hen maakte een foto van de rest van de groep. Ik vroeg of ik een foto van de hele groep moest maken. De ervaring leert dat dit meestal wel op prijs wordt gesteld. Zelf staan wij ook zelden met zijn tweetjes op de foto en soms is dat best leuk. Het aanbod werd echter vriendelijk afgeslagen. Even later treffen we de mensen opnieuw en vroeg een van hen of wij toch een foto van hen wilden maken. Natuurlijk nam ik de camera ter hand en maakte een paar foto's.
We raakten nu met hen in gesprek. Ze bleken in Nice te wonen en waren een dagje op stap. Toen zij hoorden dat wij uit Nederland kwamen braken de verhalen los. Ze waren een jaar eerder in april in Nederland geweest en hadden Amsterdam, Volendam, Urk en.... de Keukenhof bezocht. Via de digitale camera werd een foto getoond met de vraag of wij wisten waar het was. Het bleek de Keukenhof te zijn. Wij kregen te horen dat ze er zelfs 70 tulpenbollen hadden gekocht waarvan er niet één was uitgekomen. Dat was voor mij het moment om afscheid te nemen en snel door te lopen, au revoir et bonne promenade roepend waren wij inmiddels alweer een paar meter gestegen, je weet maar nooit.
Richting Pont de Peïrastrèche
Het pad werd hierna trouwens een stuk smaller en na paal 422 bij het Châlet Vidron moesten we richting nummer 423, Pont de Peïrastrèche. Het was flink klauteren over een pad dat behoorlijk steil omhoog gaat en eigenlijk uit grote keien tot een soort supertrap is geformeerd. De omgeving is hier formidabel. Je hoort het water van een waterval naar beneden kletteren. Helaas kon ik er niet dicht genoeg bij komen om het neerstortende water op deze plek te zien. We blijven dus maar stug omhoog klimmen tot we op de plek met een omgevallen boom kwamen.
Het is er even goed opletten hoe het pad loopt. Op de rotsen is het soms lastig te zien, maar het blijkt evenwijdig aan de omgevallen boom omhoog te gaan. We volgden dit steile stuk tot we bij een bruggetje kwamen, het is de Pont Peïrastrèche die hier over het naar beneden denderende water gaat. Het is een indrukwekkend gezicht en ik vind het altijd weer fascinerend om te zien hoe het water zich wild een weg baant tussen de rotsen. Door de regen van een dag eerder was de bergbeek meer dan goed gevuld. Leuk voor de vissers die honderden meters lager bij Boréon hun forel proberen te vangen. Maar ik kan mij ook voorstellen dat dit een woeste en gevaarlijk kolkende rivier wordt als het noodweer is.
We zaten inmiddels op ruim 1840 meter en al bijna 200 meter gestegen. Normaal gesproken heeft een gemiddelde wandelaar (moyenne randonneur) ca 1 uur nodig om 300 meter hoogteverschil te overbruggen als hij klimt. Voor de afdaling is dit ca 450 meter in een uur. Dit geeft een grove indicatie van de wandeltijden die ook overal op de borden in de Mercantour staan aangegeven. Het pad gaat langs de beek omhoog. Het zonnetje zorgde voor een aangename wandeltemperatuur. Toch was het er de nacht voor deze wandeling in juni volgens de météo maar een paar graden boven nul geweest. Op de hoger gelegen toppen lag zelfs verse sneeuw.
Lunchpauze in een ruige omgeving bij Val du Haut Boréon
De omgeving wordt nu steeds groener terwijl het bos steeds minder wordt. Op een gegeven moment kom je op het beroemde pad van de GR 52 (kenmerk rood/wit) en volgen dit door het Val du Haut Boréon. Ik liep er een stukje voor Marian uit en zag voetsporen van een geit of iets dergelijks. Toen ik opkeek zag ik op een meter of vijftig een gems midden op het pad staan. Terwijl ik de camera grijp schiet het beest razendsnel weg. Toen ik het aan Marian vertelde geloofde zij me niet, ondanks de bewijzen van de iets verderop aangetroffen sporen. Dit is dus het gebied waar vaker gemzen en steenbokken worden gezien zoals de eigenaar van de gîte mij verteld had.
Even later kwamen we een eenzame wandelaar tegen die op een groot rotsblok al met de lunch bezig was. We waren van de wandeling omhoog inmiddels ook hongerig geworden en vroegen of het goed was als we op de rots naast hem gingen zitten. Dat mocht en zo raakten we met elkaar in gesprek. Hij vertelde dat hij uit de Haute-Savoie kwam en met vakantie was. Hij vond de Mercantour ook mooi qua natuur en woestheid. Maar zijn eigen Haute-Savoie was volgens hem ook bijzonder mooi. Dat konden wij beamen want wij zijn in de jaren negentig veel in de buurt van Les Gets geweest waar een van mijn broers woonde. Een schitterende omgeving waar ik ook van alles heb meegemaakt. Genoeg stof voor een een leuk volgend blog.
Even later stapte hij op en begon aan de afdaling naar beneden terwijl wij even later weer omhoog gingen.
De laatste loodjes tot aan de refuge de la Cougourde
De omgeving is hier zo mooi dat we regelmatig even bleven staan om te genieten. De Lariksen zorgden voor een groene en schaduwrijke omgeving, de beekjes stromen luidruchtig richting het Lac du Boréon en de azalea's stonden in juni volop in bloei.
Niet veel later kwamen wij bij paal 424 en iets verder 425. Bij deze laatste kun je kiezen of je naar het Lac de Trécolpas wilt of de Refuge de la Cougourde. Wij kiezen de laatste en gaan linksaf richting de refuge omhoog. De beklimming wordt vanaf hier best pittig. Marian had een paar bemoedigende woorden nodig om het nu niet op te geven. Ook ik had het niet makkelijk maar samen peppen we elkaar op en begonnen aan het laatste stuk.
We moesten nu op een kort stuk bijna 160 meter hoogte overwinnen. Het lukte ons en na een stevige klauterpartij zien wij de in 2002 gebouwde berghut liggen. De eigenaar van de gîte had mij uitgelegd dat je ook terug kon via een omweg. Je moest dan vanaf de refuge eerst richting het Lac de Trécolpas, je klimt dan nog een 100 meter tot je bij balise 427 komt. Als je daar dan rechtdoor loopt kom je bij het mooie bergmeer. Daar moet je dan rechtsaf om af te dalen richting de Val de haute Boréon en kom je vanzelf weer op de route van de GR 52 uit.
Inmiddels begon het bewolkt te worden en af te koelen. We spraken af dat we niet te lang zouden blijven om te voorkomen dat we door slecht weer zouden worden overvallen. Het chalet was trouwens gesloten maar daar had ik rekening mee gehouden. Vanaf het terras heb je trouwens een prachtig uitzicht op de ruige omgeving. Na wat gedronken te hebben begonnen we aan de afdaling zoals we ook gekomen waren. Wij hebben meestal 2 flesjes energiedrank bij ons en 2 flessen water. De energiedrank gebruikten we halverwege de klim omhoog en voor de afdaling. Het water gebruikten we onderweg. Het werd een stuk frisser dan bij vertrek en trekken een trui aan voor de afdaling. Het is altijd verstanding om in je rugzak warme en regenkleding mee te nemen als je de bergen in gaat. Lees wat dat betreft hoofdstuk drie maar eens in mijn eerste boek.
De ultieme beloning tijdens een bergwandeling: gemzen!
De afdaling maakten we dus langs hetzelfde pad en het blijkt omlaag een stuk makkelijker te vinden dan omhoog. Als we weer in het groene stuk van de Val du Haut Boréon zijn komen we over een smal houten bruggetje en ziet ik opnieuw een gems wegschieten. Marian zag hem nu ook. Voorzichtig lopen we zonder geluid te maken verder en voorbij een boom zien we op een meter of veertig afstand drie gemzen staan knabbelen aan de blaadjes van een boom.
Ondanks een telelens blijven de beesten redelijk buiten bereik van de camera. Inzet van een digitale zoom brengt ze wel dichterbij maar met een mindere kwaliteit van de digitale foto. Als je de mogelijkheid hebt om foto's op een hoge resolutie van 8mb of hoger te maken doe dit dan want dan kun je zonder veel kwaliteitsverlies een deel uit de foto gebruiken. Dit werkt veel beter dan de inzet van digitale zoom. De gemzen bekommerden zich echter niet om de problemen van de fotograaf en gingen stug verder met knabbelen aan het sappige groen. Onze eerste ontmoeting met gemsen was een feit. Later zou blijken dat we nog een paar keer deze prachtige dieren van heel dichtbij en spectaculair zouden tegenkomen.
Na een kwartier gingen we verder met de afdaling en af en toe komen we een wandelaar tegen. Het is er door de week lekker rustig. In het weekend zal het drukker zijn maar het gebied is groot genoeg. Eigenlijk is het nog niet zo verkeerd dat je regelmatig iemand tegenkomt. In dit gebied is GSM ontvangst soms niet mogelijk en mocht er dus iets gebeuren dan komt er waarschijnlijk binnen niet al te lange tijd wel iemand langs.
Her en der staan prachtige paarse solitair bloemen in het gras. Het lijkt wel een soort orchidee. We volgen het pad dat nu langzaam daalt en makkelijk is. Na een tijdje komen kom je dan bij een bruggetje richting Lac Trécolpas. Eveneens een mooie tocht die niet zo moeilijk is. We gaan nu echter gewoon rechtdoor en komen na een uurtje bij de Vacherie du Boréon. Heb je goede benen? Dan kun je hier rechtsaf richting Les Lacs Bessons en naar Mont Pélago. Dit is een stuk dat ruim 500 meter klimt maar voor een beetje geoefende wandelaar is het goed te doen en echt de moeite waard.
Via rostpaden en talloze bergstromen en een enkele waterval liepen we terug richting de Pont de Peïrastrèche om niet veel later bij de geparkeerde auto te komen en terug te kijken op een fantastische dag in de ruige natuur van de Mercantour.
Meer belevenissen in en bij de Mercantour.
Mijn ervaringen in Frankrijk, Provence & Côte d'Azur
Wandeling naar refuge de la Cougourde in de Mercantour
Dit verhaal gaat over een wandeling in misschien wel het mooiste natuurgebied van Frankrijk: de Mercantour. Nu [...]
Auvergne, Bourgogne tips, Bretagne, Mijn ervaringen in Frankrijk, Nouvelle-Aquitaine, Provence & Côte d'Azur, wandelen
Tips wandelgebieden Frankrijk + tips wandelvakanties Frankrijk »
Tips wandelgebieden in Frankrijk gebaseerd op mijn eigen ervaringen staan centraal in deze derde aflevering in de [...]
Route des Grandes Alpes
Gorges du Cians
Tip van de postbode: rij door de Gorges du Cians Toen ik een paar jaar geleden de [...]
Nieuws en nieuwtjes
Wolven in Frankrijk
Wolven in Frankrijk verjagen…In Frankrijk zijn wolven de laatste jaren in steeds meer delen van het land [...]
In het Nationaal Park Mercantour ligt de réfuge de la Cougourde boven de vallei van de Haut Boréon, aan de rand van de laatste lariksen of pijnbomen net boven de boomgrens. Tussen diverse bergmeren is de omgeving uitzonderlijk en bewaard gebleven met een rijke flora en fauna. Het National Park Mercantour is een topbestemming om de fraaie natuur te ontdekken. Er zijn veel wandelingen rmogelijk bij deze unieke plek. De Caïre de Cougourde, het meer van Trecolpas en de meren van Bessons zijn mogelijke wandeldoelen rond de berghut. Alle routes en toppen die in de zomer toegankelijk zijn, zijn ook in de winter toegankelijk voor skitochten. De mensen van de refuge zullen je hartelijk ontvangen als deze bezet en geopend is. Van november tot en met mei is er geen beheerder aanwezig maar kun je soms wel reserveren als er iemand beschikbaar is.
Goedemiddag!
Net met veel interesse de beschrijving gelezen. Heeft u ook de naam van de accommodatie of locatie? Mijn man en ik gaan er komende zomer nl heen om te wandelen en het klinkt erg aanlokkelijk!
Hallo Marleen, zoals in het artikel staat had ik het van een local gehuurd. Adresje kreeg ik via het office du tourisme.